woensdag 28 november 2012

Felicitaties!

Natuurlijk, ik kan natuurlijk niet nalaten Whiskybase.com te feliciteren met het 1-jarig bestaan van hun on- en offlineshop op 29 november! Bij dezen:


maandag 19 november 2012

Whisky op z'n Schots


Toch altijd weer een evenement, dat International Whisky Festival Holland, dat afgelopen zaterdag 17-11 in de Grote Kerk in Den Haag plaatsvond. Ik ga er hier geen verslag van doen, want je moet zoiets echt zelf meemaken om er een goede indruk van te krijgen. Maar één ontmoeting die ik op het festival had, wil ik hier wel vermelden, omdat die ten eerste  bevestigde dat Schotten rare whiskydrinkers zijn, en ten tweede toevallig mooi aansluit bij de twee voorgaande blogs (die over het druppelen en over de eh,…vreemde drankideeën van een Rotterdamse ambtenaar).
Het ging zo, zaterdag: Na al van alles geproefd te hebben, belandde ik bij een kraampje dat niet veel meer te bieden had dan twee blended whisky’s, Sheep Dip en Pig’s Nose. Die eerste ken ik, een blended malt. Het is geen slecht spul, zo herinner ik mij. De tweede kende ik alleen van naam. Ik geloof dat whiskygod Jim Murray zich er ooit positief over uitliet. Ik drink nauwelijks nog blends, en op dit festival wilde ik er niet meer dan 1 proberen. Dat werd dus de Pig’s Nose.
Die werd mij ingeschonken door een korte Schot, die mij trots vertelde dat er wel 40% malt in de blend zit…En ja, dat had ik dus goed begrepen, 60% graanwhisky. Ik moest maar een slokje zo nemen, en dan daarna met een paar druppels water erbij. Ik had er eigenlijk al geen trek meer in na al het moois dat ik eerder had geproefd, maar goed, ik wilde de kleine Schot ook niet voor het hoofd stoten, dus nipte ik wat. Slappe hap, vlak, geen enkele diepte, vond ik. Dat was vast aan mijn gezicht af te lezen, want de kraamwerker had al een pipet met water gevuld en spoot die helemaal leeg in mijn drammetje. Niet een paar druppels dus, maar een flinke straal, en met een uitdrukking op z’n gezicht van: ‘dan moet je nou maar eens proeven, je weet niet wat je meemaakt’ vertelde hij, terwijl ik het glaasje weifelend aan de lippen bracht, dat hij z’n Pig's Nose altijd 50-50 met water bijvult….Ik moet een verbijsterde uitdrukking op m’n gezicht hebben gehad, waardoor de kleine man aan gene zijde van de kraam waarschijnlijk in de gaten kreeg dat hij met die opmerking een potentieel geïnteresseerde had verjaagd. Voor de vorm nam ik dan nog maar een nipje terwijl ik een terugtrekkende beweging maakte richting spoelwateremmers. En ik bedacht me dat ik het inderdaad meer had gehoord, dat veel Schotten hun whisky tot bijna homeopathische verhoudingen aanlengen (toch die Schotse eh,...zuinigheid weer?). Een snelle berekening leerde dat als je een dram van 40% ABV 1:1 aanlengt met water, het resultaat een goedje is van 20% sterkte…En dat zet die ambtenaar in het blog Ambtenaar vindt whisky light uit toch weer in een minder extreem perspectief, met z’n 15%.

Ik kwam overigens zaterdagavond thuis met de festivalbotteling: een Glendronach 10 years sherry butt op vatsterkte (55,8%), een pittig sherrymonster.

Grote Kerk, Den Haag, met Pig's Nose

de speciale festivalbotteling

zaterdag 17 november 2012

Druppelen?


Het staat een ieder natuurlijk vrij met z’n whisky te doen wat hij wil (rechten van de mens en zo), maar mijn haren rijzen te berge als ik mensen hoor vertellen dat ze een dram op vatsterkte altijd verdunnen met water. En daarmee dus het mooie van de vatsterkte whisky’s, hun superieur subtiele spel van aroma’s en smaken, met het badwater weggooien. Tja, als je niet tegen een beetje alcoholpercentage kan, neem dan een portje of een wijntje, zou ik zeggen…Maar goed, mensenrechten zijn mensenrechten, ook in whiskyverband.
Wat we onverdunnende vatsterkteliefhebbers echter wel zien doen, is met een pipetje een paar druppels water in hun dram spetteren. Hiermee maken ze nieuwe aroma’s uit de whisky los. Dat werkt echt zo, en het levert heel vaak prettige verrassingen op. Wat elke pipeteur ook zal zijn opgevallen is dat de whisky na het loslaten van die nieuwe aroma’s anders blijft geuren en smaken dan voor het bedruppelen.
Maar hoe komt dat eigenlijk, dat die paar druppeltjes van alles losmaken in een dram? Robin Brilleman in zijn De chemie van Schotse malt whisky legt het uit: die druppels water zullen oplossen in de alcohol; oplossen is een chemische reactie waarbij (door het zich moeten rekken en strekken van moleculen) warmte vrijkomt; en door de kleine temperatuursprong  die daar het gevolg van is komen de lichte aroma’s in de whisky alle tegelijk los. En even daarna zijn ze er dus niet meer.
Aha, het gaat dus gewoon om verwarming van de whisky! Toen ik enige tijd geleden dat inzicht verwierf, schoot mij te binnen wel eens van ‘cognac-verwarmers’ te hebben gehoord. Zou dat dan niet ook iets voor whisky zijn? Natuurlijk is er over dat onderwerp op internet wel het e.e.a. te vinden, en gelukkig ook de waarschuwing van een cognackenner: nooit je cognac met een verwarmer opwarmen! Dat is barbaars! Want, zo zegt hij, en ik geloof dat onmiddellijk, door geforceerde verwarming verdampen alle aroma’s, licht en zwaar, uit de cognac, en hou je een vlak goedje over. Ongetwijfeld geldt dat ook voor geforceerde whiskyverwarming….
Maar, even terug naar het pipetje, door het druppelen forceer je ook, op kleine schaal, opwarming. Je bent je lichte aroma’s daarna wel kwijt!
Sinds dat besef tot mij is doorgedrongen, druppel ik mijn vatsterkte drammetjes niet meer, maar zorg ik voor geleidelijke opwarming met de hand. Gewoon goed in de hand houden, je glas. Alle aroma’s komen dan geleidelijk los: het begint met de lichte, en dan komen daardoorheen geleidelijk de steeds zwaardere. En zeker, als je maar lang genoeg over je dram doet, zullen uiteindelijk de lichte aroma’s als eerste verdwenen zijn. Maar dat is dan niet in één klap gebeurd.



vrijdag 2 november 2012

Ambtenaar vindt whisky light uit!


Vandaag weer eens langs geweest bij mijn  favoriete whiskyboer, in de Zwaanshals alhier. En thuisgekomen met een 18-jarige Laphroaig die daar in de aanbieding was, en een Caperdonich (mijn eerste) van Van Wees, van 17 jaar. En met een verhaal dat te absurd is om het hier niet te melden.

Ter gelegenheid van het eenjarig bestaan van whiskywinkel  Whiskybase.com aan de Zwaanshals in Rotterdam wilden eigenaren Menno en Cees-Jan een bescheiden whiskyfestival organiseren. In een tent op het Noordplein, voor zo’n 200 bezoekers. De tent was geregeld, de verplichte beveiliging, en de Deelgemeente Noord had de nodige vergunningen afgegeven. Wat kon er een geslaagd festival nog in de weg staan? OK, dat de deelgemeente op haar beurt (om redenen van democratische controle, of gewoon bureaucratie) nog bevestiging van de vergunning moest vragen op de Coolsingel kon niet anders dan een formaliteit zijn…Jawel, dat kon dus wel anders dan een formaliteit zijn. De gemeenteambtenaar van dienst (laten we ons maar geen voorstelling van de man of vrouw maken, maar een whiskykenner is het zeker niet) kon akkoord gaan met de verleende vergunningen, op één voorwaarde: de op het festival geserveerde whisky zou verdund moeten worden tot een alcoholpercentage van 15%. Vijftien procent. U leest het goed: de whisky zou verdund moeten worden tot 15%!
Dit vanuit de gedachte dat evenementen waar bier en wijn worden geschonken (en dan hebben we het over alcoholpercentages van tussen de 5 en de 12) al zo vaak uit de klauwen lopen (Haren!). Laat staan als er spul gezopen wordt van 40 tot 65%!. Misschien dacht de ambtenaar zelfs dat hij of zij met zijn/haar 15% dan nog ruimhartig was….

Het whiskyfestival gaat niet door. Zelfs al zouden de whiskybasisten akkoord zijn gegaan (onvoorstelbaar overigens), dan zou er geen sprake geweest kunnen zijn van een whiskyfestival: onder de 40% mag geen enkel gedestilleerd zich nog whisky noemen.