De kameel
Een paar weken geleden gaf CJ mij een ongelabelde sample mee. Hij was benieuwd, zei hij, of ik zou kunnen raden wat het was, en liet zich er verder niet over uit. Nou ben ik helemaal niet zo’n goede blindproever, behoorlijk slecht eigenlijk, dus veel fiducie dat ik erachter zou komen had ik niet. Maar nieuwsgierig was ik wel. Dus onlangs het flesje dan maar eens opengeschroefd. Hé, maar dat is makkelijk! Dit kon niks anders zijn dan de gefermenteerde urine van een tuberculeuze kameel! Zout, zuur en bitter streden in de twee nipjes die ik nam om voorrang…Zelden zo iets smerigs geproefd! M’n neus moest het enige tijd zonder slijmvlies doen (herstel is inmiddels ingetreden, dank u).Mijn analyse heb ik meteen aan CJ voorgelegd. En zat ik er ver naast? Dit is CJ’s verhaal, luister:
Het nieuwe vaatje
CJ was natuurlijk op de hoogte van mijn onderzoek naar virgin oak whisky’s. Hij heeft mij daar zelfs goed mee geholpen (zie mijn vorige blog).Zelf is hij ook met een soort onderzoek, of liever experiment bezig. Hij heeft in Schotland een nieuw eiken vaatje van 25 liter aangeschaft. Hoe kleiner het vat, hoe inniger het contact tussen hout en de inhoud (dat is pure meetkunde). En bij nieuw eiken is een klein vaatje al snel funest voor de new spirit die in het vaatje te rijpen wordt gelegd. Dus CJ wilde het indringendste ‘hout’ eraf halen door er een refill-vaatje van te maken. Hij vulde het vaatje met een slechte bourbon, waar toch niets aan verpest kon worden. En na een paar maanden was CJ nieuwsgierig hoe het ermee stond. Hij tapte wat van de inhoud van het vaatje af. Zelf had hij nog niet de gelegenheid om het te proeven. Of zo. Maar mijn ‘nieuw-eikenonderzoek’ indachtig gaf hij mij dus een sampletje van het goedje mee. En nu ben ik dus expert in virgin oak. Ik weet wat nieuw eiken kan doen, en dat zal ik nooit meer vergeten!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten