maandag 20 mei 2013
Bedorven of verrijkt? (3)
Maar hoe test je nu op een enigszins wetenschappelijk verantwoorde manier of de vacuvinmethode echt werkt? Of dat het niet uitmaakt? Of dat de methode een heel eigen invloed op de whisky heeft?
Volgens mij moet het volgende testproces een redelijk objectief resultaat opleveren.
Testopstelling: 2 ongeopende flessen van dezelfde batch van een liefst zeer aromatische malt (suggestie?) + 1 schone, lege fles van gelijke vorm + 1 schone vacuvindop + 1 schone glazen of rvs trechter
Test:
Open een van de flessen met de malt en giet de helft ervan in de lege fles. Sluit de originele fles met de eigen dop, de overgietfles met de vacuvin-dop.
Na 1 maand: proef uit beide flessen een sample (laat iemand met goede tastingvaardigheden meeproeven). Probeer blind te proeven.
Noteer wat je proeft bij elke sample.
Na 2 maanden: zie na 1 maand
Na 3 maanden: zie na 1 maand
Na 1 jaar: zie na 1 maand + dat je de tot nu nog ongeopende fles opent en ook daarvan een sample meeproeft.
Bevindingen
De tastingnotes moeten nu uitsluitsel geven:
zijn er over de hele periode geen noemenswaarde tastingverschillen tussen beide eerste flessen, dan maakt de vacuvindop niet uit. Zijn er wel verschillen, dan maakt het gebruik van vacuvinstoppen wel uit, maar pas na chronologisch vergelijken van de tastingnotes valt uit te maken in welk opzicht. Als de vacuvins doen wat ze beloven, moet er niet alleen een behoorlijk verschil zijn tussen de eindtastings, maar moet de eindtasting (na een jaar dus) van de vacuvinsample niet (veel) verschillen van de eerste tasting van de pas na een jaar geopende fles, terwijl er bij de originele dopfles na een jaar wel een aanmerkelijk verschil is met die pas na een jaar geopende fles.
En zo moet het naar mijn idee een behoorlijk objectief resultaat opleveren. (wordt vervolgd)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten