zondag 30 december 2012

Bere goed?


De Bruichladdich distilleerderij op Islay is niet vies van een experiment. Dat weet ik uit de 'vakliteratuur', want vreemd genoeg was mijn eigen ervaring met deze whiskymaker tot voor kort beperkt tot twee producten: de rum cask festivalbotteling voor het IWF van 2010 (toen nog in Leiden) -een prima dram- en de Waves die ik nogal vond tegenvallen. Ik reken dan niet mee de diverse Port Charlotte's uit de Bruichladdich-keuken die ik ooit proefde. Maar goed, waar ik het hier over wil hebben is de Bruichladdich Bere Barley 2006. Whiskybaas Cees-Jan attendeerde mij een paar weken geleden op het bestaan van deze uit een prehistorische gerstsoort gedestilleerde drank. Met enige scepsis, maar toch ook nieuwsgierig, en over de streep gehaald door de redelijke prijs, schafte ik dan maar een flesje aan.

Het verhaal achter bere

OK, 'bere', wat is het verhaal erachter? Het gaat hier om een oude gerstsoort afkomstig uit het vruchtbare oude landbouwgebied tussen Eufraat en Tigris dat waarschijnlijk door de Noormannen meer dan 1000 jaar geleden naar Schotland is meegenomen, waar die zich na eerst wat geplunder metterwoon vestigden.. Je spreekt 'bere' overigens uit als het Engelse 'bear'.
Hoewel het gewas goed groeit op diverse Schotse eilanden, levert het nog niet half zoveel graan op als moderne gerst, en is het lastig te oogsten. Toch durfde het zichzelf innovatief noemende Bruichladdich het experiment wel aan, in samenwerking met het Orkney College Agronomy Institute. Bij Kynagarry Farm op Islay werden enkele velden met bere ingezaaid. Dat was in 2005. Een jaar later werd geoogst wat de omwonende edelherten hadden laten staan. En dat de bere toch wel wat anders is dan moderne gerst, bleek in het verdere productieproces. Zo was de grist van de bere veel rijker en dikker dan we nu gewend zijn en daardoor lastiger te verwerken. Maar uiteindelijk ging de new spirit dan toch in 2006 op het vat. En in oktober dit jaar leverde dat 7200 flessen op. En daar heb ik er nu een van.

Gimmick of waardevol?

Blijft de vraag, is het een gimmick, of levert dit experiment iets van whiskywaarde op? En mijn antwoord is, en daar ben ik niet de enige in: deze bere-whisky voegt echt iets toe, het is echt een bijzondere dram. De bere geeft deze jonge whisky iets volwassens, iets doorleefds bijna (ja, sorry voor dit zweverig taalgebruik, maar beter weet ik het ook niet te zeggen); geur en smaak hebben tonen die ik niet eerder rook en proefde, en die heel goed combineren met bijvoorbeeld het zoet en fruitige van het eikenhout; een wonderlijk goeie balans. Ik gaf deze dram 88 punten, maar ik zie het ervan komen dat ik na nog een paar glaasjes hoger ga zitten. Deze Bere Barley moet je leren kennen, maar de eerste kennismaking is al veelbelovend!

prehistorische boeren lustten er wel pap van...
Zie voor mijn whiskynote over deze fles whiskybase.com (commentaar van ducksingel)

woensdag 28 november 2012

Felicitaties!

Natuurlijk, ik kan natuurlijk niet nalaten Whiskybase.com te feliciteren met het 1-jarig bestaan van hun on- en offlineshop op 29 november! Bij dezen:


maandag 19 november 2012

Whisky op z'n Schots


Toch altijd weer een evenement, dat International Whisky Festival Holland, dat afgelopen zaterdag 17-11 in de Grote Kerk in Den Haag plaatsvond. Ik ga er hier geen verslag van doen, want je moet zoiets echt zelf meemaken om er een goede indruk van te krijgen. Maar één ontmoeting die ik op het festival had, wil ik hier wel vermelden, omdat die ten eerste  bevestigde dat Schotten rare whiskydrinkers zijn, en ten tweede toevallig mooi aansluit bij de twee voorgaande blogs (die over het druppelen en over de eh,…vreemde drankideeën van een Rotterdamse ambtenaar).
Het ging zo, zaterdag: Na al van alles geproefd te hebben, belandde ik bij een kraampje dat niet veel meer te bieden had dan twee blended whisky’s, Sheep Dip en Pig’s Nose. Die eerste ken ik, een blended malt. Het is geen slecht spul, zo herinner ik mij. De tweede kende ik alleen van naam. Ik geloof dat whiskygod Jim Murray zich er ooit positief over uitliet. Ik drink nauwelijks nog blends, en op dit festival wilde ik er niet meer dan 1 proberen. Dat werd dus de Pig’s Nose.
Die werd mij ingeschonken door een korte Schot, die mij trots vertelde dat er wel 40% malt in de blend zit…En ja, dat had ik dus goed begrepen, 60% graanwhisky. Ik moest maar een slokje zo nemen, en dan daarna met een paar druppels water erbij. Ik had er eigenlijk al geen trek meer in na al het moois dat ik eerder had geproefd, maar goed, ik wilde de kleine Schot ook niet voor het hoofd stoten, dus nipte ik wat. Slappe hap, vlak, geen enkele diepte, vond ik. Dat was vast aan mijn gezicht af te lezen, want de kraamwerker had al een pipet met water gevuld en spoot die helemaal leeg in mijn drammetje. Niet een paar druppels dus, maar een flinke straal, en met een uitdrukking op z’n gezicht van: ‘dan moet je nou maar eens proeven, je weet niet wat je meemaakt’ vertelde hij, terwijl ik het glaasje weifelend aan de lippen bracht, dat hij z’n Pig's Nose altijd 50-50 met water bijvult….Ik moet een verbijsterde uitdrukking op m’n gezicht hebben gehad, waardoor de kleine man aan gene zijde van de kraam waarschijnlijk in de gaten kreeg dat hij met die opmerking een potentieel geïnteresseerde had verjaagd. Voor de vorm nam ik dan nog maar een nipje terwijl ik een terugtrekkende beweging maakte richting spoelwateremmers. En ik bedacht me dat ik het inderdaad meer had gehoord, dat veel Schotten hun whisky tot bijna homeopathische verhoudingen aanlengen (toch die Schotse eh,...zuinigheid weer?). Een snelle berekening leerde dat als je een dram van 40% ABV 1:1 aanlengt met water, het resultaat een goedje is van 20% sterkte…En dat zet die ambtenaar in het blog Ambtenaar vindt whisky light uit toch weer in een minder extreem perspectief, met z’n 15%.

Ik kwam overigens zaterdagavond thuis met de festivalbotteling: een Glendronach 10 years sherry butt op vatsterkte (55,8%), een pittig sherrymonster.

Grote Kerk, Den Haag, met Pig's Nose

de speciale festivalbotteling

zaterdag 17 november 2012

Druppelen?


Het staat een ieder natuurlijk vrij met z’n whisky te doen wat hij wil (rechten van de mens en zo), maar mijn haren rijzen te berge als ik mensen hoor vertellen dat ze een dram op vatsterkte altijd verdunnen met water. En daarmee dus het mooie van de vatsterkte whisky’s, hun superieur subtiele spel van aroma’s en smaken, met het badwater weggooien. Tja, als je niet tegen een beetje alcoholpercentage kan, neem dan een portje of een wijntje, zou ik zeggen…Maar goed, mensenrechten zijn mensenrechten, ook in whiskyverband.
Wat we onverdunnende vatsterkteliefhebbers echter wel zien doen, is met een pipetje een paar druppels water in hun dram spetteren. Hiermee maken ze nieuwe aroma’s uit de whisky los. Dat werkt echt zo, en het levert heel vaak prettige verrassingen op. Wat elke pipeteur ook zal zijn opgevallen is dat de whisky na het loslaten van die nieuwe aroma’s anders blijft geuren en smaken dan voor het bedruppelen.
Maar hoe komt dat eigenlijk, dat die paar druppeltjes van alles losmaken in een dram? Robin Brilleman in zijn De chemie van Schotse malt whisky legt het uit: die druppels water zullen oplossen in de alcohol; oplossen is een chemische reactie waarbij (door het zich moeten rekken en strekken van moleculen) warmte vrijkomt; en door de kleine temperatuursprong  die daar het gevolg van is komen de lichte aroma’s in de whisky alle tegelijk los. En even daarna zijn ze er dus niet meer.
Aha, het gaat dus gewoon om verwarming van de whisky! Toen ik enige tijd geleden dat inzicht verwierf, schoot mij te binnen wel eens van ‘cognac-verwarmers’ te hebben gehoord. Zou dat dan niet ook iets voor whisky zijn? Natuurlijk is er over dat onderwerp op internet wel het e.e.a. te vinden, en gelukkig ook de waarschuwing van een cognackenner: nooit je cognac met een verwarmer opwarmen! Dat is barbaars! Want, zo zegt hij, en ik geloof dat onmiddellijk, door geforceerde verwarming verdampen alle aroma’s, licht en zwaar, uit de cognac, en hou je een vlak goedje over. Ongetwijfeld geldt dat ook voor geforceerde whiskyverwarming….
Maar, even terug naar het pipetje, door het druppelen forceer je ook, op kleine schaal, opwarming. Je bent je lichte aroma’s daarna wel kwijt!
Sinds dat besef tot mij is doorgedrongen, druppel ik mijn vatsterkte drammetjes niet meer, maar zorg ik voor geleidelijke opwarming met de hand. Gewoon goed in de hand houden, je glas. Alle aroma’s komen dan geleidelijk los: het begint met de lichte, en dan komen daardoorheen geleidelijk de steeds zwaardere. En zeker, als je maar lang genoeg over je dram doet, zullen uiteindelijk de lichte aroma’s als eerste verdwenen zijn. Maar dat is dan niet in één klap gebeurd.



vrijdag 2 november 2012

Ambtenaar vindt whisky light uit!


Vandaag weer eens langs geweest bij mijn  favoriete whiskyboer, in de Zwaanshals alhier. En thuisgekomen met een 18-jarige Laphroaig die daar in de aanbieding was, en een Caperdonich (mijn eerste) van Van Wees, van 17 jaar. En met een verhaal dat te absurd is om het hier niet te melden.

Ter gelegenheid van het eenjarig bestaan van whiskywinkel  Whiskybase.com aan de Zwaanshals in Rotterdam wilden eigenaren Menno en Cees-Jan een bescheiden whiskyfestival organiseren. In een tent op het Noordplein, voor zo’n 200 bezoekers. De tent was geregeld, de verplichte beveiliging, en de Deelgemeente Noord had de nodige vergunningen afgegeven. Wat kon er een geslaagd festival nog in de weg staan? OK, dat de deelgemeente op haar beurt (om redenen van democratische controle, of gewoon bureaucratie) nog bevestiging van de vergunning moest vragen op de Coolsingel kon niet anders dan een formaliteit zijn…Jawel, dat kon dus wel anders dan een formaliteit zijn. De gemeenteambtenaar van dienst (laten we ons maar geen voorstelling van de man of vrouw maken, maar een whiskykenner is het zeker niet) kon akkoord gaan met de verleende vergunningen, op één voorwaarde: de op het festival geserveerde whisky zou verdund moeten worden tot een alcoholpercentage van 15%. Vijftien procent. U leest het goed: de whisky zou verdund moeten worden tot 15%!
Dit vanuit de gedachte dat evenementen waar bier en wijn worden geschonken (en dan hebben we het over alcoholpercentages van tussen de 5 en de 12) al zo vaak uit de klauwen lopen (Haren!). Laat staan als er spul gezopen wordt van 40 tot 65%!. Misschien dacht de ambtenaar zelfs dat hij of zij met zijn/haar 15% dan nog ruimhartig was….

Het whiskyfestival gaat niet door. Zelfs al zouden de whiskybasisten akkoord zijn gegaan (onvoorstelbaar overigens), dan zou er geen sprake geweest kunnen zijn van een whiskyfestival: onder de 40% mag geen enkel gedestilleerd zich nog whisky noemen.


zaterdag 20 oktober 2012

Even bijwerken

Ja, als je dan een whiskyblog hebt, dan moet je d'r ook zo nu en dan eens wat opzetten, om het echt wat te laten lijken. En een logisch onderwerp is dan bijvoorbeeld de bespreking van door de blogger geproefde whisky's. Wat dat betreft heb ik best wat bij te werken. Ik laat hieronder, net als de grote whiskyproevers, maar eens een en ander de revue passeren; een greep uit wat ik de laatste maanden m'n kast in heb gesleept.


Glen Keith, IB Kintra, 19y  bourbon hogshead - 53,8%
geur: vol, fruitig, zoet-kruidig.
smaak: opvallend zoet (voor een non-sherried whisky), fruitig, pure chocola, olieachtig mondgevoel. Mondvullend.
afdronk: lang, pittig zoet.
Blijft goed in balans, terwijl geur en smaak zich in het glas blijven ontwikkelen. Topper.
90

Ardmore, IB Archives, 20y barrel - 48,6%
neus: rijk, ontwikkelt zich van begin tot eind met om de 5 minuten andere accenten: fruitig, moutig, turf.
smaak: complex, zich ook steeds ontwikkelend en steeds in balans: citrus en zoetig, vanille, tonen van turf. Het mondgevoel is olieachtig, vettig en vullend.
afdronk: lang en aangenaam.
Als iemand vraagt wat er dan zo lekker aan whisky is, kun je hem deze Ardmore laten proeven. Dan weet die persoon het.
90

Ardmore, OB, Traditional Cask - 46%
Neus: iets droog, maar soepel, turf bescheiden maar duidelijk aanwezig.
smaak: vanille uit het hout met romige turf, waardoorheen zich zoetig fruit ontwikkelt. Moutig. Vol mondgevoel en prettige behoorlijk lange afdronk.
M'n tweede Ardmore is ook weer  zo’n mooi in het glas in balans blijvende whisky. De turf is een vanzelfsprekend onderdeel, geen gimmick.
87

Caol Ila, IB Archives, 30y, hogshead - 51,2%
neus: enorm fruitig met turf en een zilt accent.
smaak: een rijpe complexheid (sorry dat ik het zo zeg) waarin om de zoveel minuten nieuwe smaken naar boven komen, van allerlei soorten fruit tot honing, met rood fruit in the lead op een achtergrond van milde Caol Ila-turf. Olieachtig in de mond.
Dit is ook weer zo’n whisky die de hele tijd in het glas perfect in balans blijft.
afdronk: het geproefde blijft allemaal prettig lang hangen. Verbazend overigens dat deze 30 jaar oude whisky toch nog een dikke 51% alcohol bevat. Het moet een uitzonderlijk goed bourbonvat geweest zijn, waar deze Caol Ila uit is gekomen.
91

Caol Ila, IB Gordon & MacPhail, 13y, refill sherry, Asta Morris - 50%
neus: fruitig, zoet en lichte turf; prikkelend maar ik kan daar verder niet echt de vinger op leggen.
smaak: allerlei fruit door en na elkaar op een achtergrond van Islay-turf en -ziltheid. Vleugjes bitterzoete kruiden.
Door de hele smaakontwikkeling heen zit het sherry-zoet, maar (gelukkig!) niet overheersend. Een mooie balans.
De afdronk verlengt het plezier van elke slok op gepaste wijze.
89

Fettercairn, IB Van Wees,16 y bourbon hogshead - 46%
Interessante combinatie van scherp en zoet, zowel in de neus als in de mond. Ik meen snoep (Engels drop?) te proeven. En ook zit er een toon in die ik hoorde omschrijven als Zwitserse kaas. Mmm,ja, klopt wel. Licht en toch vol. Prettige, medium afdronk. Mooie prijs-kwaliteitverhouding voor een 'eigenzinnige' whisky.
85

Glencadam, OB,12y Portwood Finish - 46%
Het zou volgens de slijter bij deze whisky om een specifiek aardbeiensmaakje gaan. Dat proef ik niet zo.. Je moet het spul wel even de tijd geven (de eerste nipjes maakten weinig indruk), maar de smaak wordt over tijd best wel vol, en uiteindelijk eindigt het in een goed uitgebalanceerde combinatie van een mooie highland en port.
83

Port Charlotte, OB, The Peat Project - 46%
Was ik erg onder de indruk van de PC8, deze PC Peat Project valt me toch wat tegen. Ik schonk een drammetje in en ging er eens voor zitten, zo van 'kom maar op!'. Maar het kwam niet. Zeker niet vies, laat daarover geen misverstand bestaan, en misschien wel veelbelovend…'Had het nog een jaartje of twee in het vat gelaten', was mijn gedachte.
85


dinsdag 16 oktober 2012

Time & Taste


Tijd kan op verschillende manieren invloed hebben op de smaak van whisky. En dan heb ik het niet eens over de tijd dat het spul op het vat ligt te rijpen. Nee, ik bedoel bijvoorbeeld hoe tijd de waardering van whisky’s in een tasting kan beïnvloeden.
Ik ben hier eens over gaan nadenken naar aanleiding van de laatste Archives-proeverij. En ik ben tot de conclusie gekomen (en daar zal ik vast de eerste niet mee zijn) dat de schenkvolgorde, dus het verschil in duur waarmee de whisky’s op tafel staan behoorlijk veel invloed heeft op de waardering. Om concreet te zijn:
de eerste dram die bij die proeverij op tafel kwam, dus die het langst z’n dampen kon staan afgeven, was een MacDuff. De eerste tijd was de indruk eigenlijk alleen maar positief: prettig drinkbaar, lekker fruitige geur. Door de proeverij heen kwam er echter steeds meer zwavel in die geur door. Aanvankelijk nog wel interessant, maar aan het eind van de avond echt niet lekker meer, naar mijn smaak.
Nummer 2, een Ardmore, daarentegen bleef de hele avond (iets korter dus dan nr. 1) overeind met steeds wisselende geuren en smaakaccenten. Indrukwekkend. Voor mij uiteindelijk daardoor de topper van de avond.  Maar hij kreeg wel meer kans dan bijvoorbeeld de een na laatste, de Glen Scotia. Heel interessant, maar deze dram kreeg maar een kwartier om zich te ontplooien. Misschien was ik van deze dram net zo onder de indruk geweest als van de Ardmore als hij ook net zo lang op tafel had gestaan. Wie zal het zeggen. Van de 30 jaar oude Caol Ila die als laatste op tafel kwam, kan ik inmiddels wel zeggen dat die zich over tijd op tafel ook prachtig ontwikkelt, maar dat komt omdat ik er toch maar een fles van heb aangeschaft. Door z’n korte verblijf op tafel tijdens de tasting kwam hij toen niet als beste uit de bus (wat-ie overigens wel is). Toch lastig. En misschien is het een idee om bij een proeverij alle drams aan het begin al uit te schenken, maar allemaal tegelijk proeven zal nooit gaan, dus eerlijk zal het nooit worden.

Een tweede manier waarop ‘time’ de ‘taste’ beïnvloedt heeft meer te maken met de drinker dan met de drank. Ik heb dit ook al eens eerder aangestipt: de ene dag loop je helemaal weg met een bepaalde dram, en de andere dag vraag je je af wat je er nou zo bijzonder aan vond. Hier heeft de tijd dus invloed op je geur- en smaakbeleving, en volgens mij valt daar niks aan te doen. En de vraag is of je dat zou willen, want zo nam ik laatst weer eens een slokje van de Archives Glen Garioch (ik drink ook wel spul van andere labels, by the way) en waar ik die eerder al erg smakelijk vond, vond ik hem nu ineens superlekker, topklasse! Moet ik maar niet te veel bij stilstaan, en nemen zoals het is...


donderdag 23 augustus 2012

In de fietstas....


Afgelopen dinsdag was er weer een proeverij, sorry, tasting van whiskybase.com. En weer van een nieuwe serie Archives-bottelingen: de Fourth release (voor wie het nog niet wist, Archives is het eigen label van whiskybase.com). Omdat ik al menige mooie fles in de vorige releases had aangetroffen, schreef ik me zonder dralen en zeer nieuwsgierig in voor dit evenement, zodat ik dinsdagavond tegen half acht maar weer eens richting Zwaanshals fietste, naar Grand Cafe Branco. 't Was licht bewolkt, maar beslist nog een echte zomeravond. Jammer dat de tasting, ongetwijfeld om logistieke redenen, niet buiten plaatsvond. Maar goed, vanaf mijn plek aan de drukbezette tafels binnen had ik wel een aardig zicht op de whiskybase-com-shop aan de overkant, de bron van de 7 drams die we te proeven zouden krijgen. Natuurlijk had ik mij vooraf al georiënteerd op de inhoud van de Fourth release. Sterker nog, ik had er al één van in huis: de Bunnahabhain 1990 (het 'sherrymonster'). Bij de rest van deze Archiveseditie zat genoeg om in gespannen verwachting naar uit te kijken. Wat bijvoorbeeld te denken van een 50 jaar oude North British, een grainwhisky, godbetere! Of van een 30 jaar oude Caol Ila! En een 20-jarige Glen Scotia...wat, een Glen Scotia? Een Campbeltown? Jazeker!
Het is misschien beter, voor ik nou achterelkaar kreten ga zitten slaken, dat ik gewoon de tasting bespreek in de schenkvolgorde. Dus dan te beginnen bij de
Macduff 2000 - een goeie drinkwhisky voor bijvoorbeeld tijdens het kaarten, zoals whiskybasist Menno hem introduceerde. En dat klopte: drinkt prettig weg, zomerwhisky zou ik zeggen, maar laat 'm niet te lang staan, want dan gaat-ie toch echt te veel zwaveldampen afgeven.
Ardmore 1992 - toch wel even een ontdekking! Fruit, vooral rood fruit, kersen, stevig van smaak, maar niet zwaar en hij bleef de hele verdere tasting zowel qua geur als qua smaak standhouden zonder saai te worden.
Glen Ord 1997 - Nog fruitiger en met meer alcohol dan de Ardmore, met lichte, delicate tonen, en toch kwam hij bij de proevers niet beter uit de bus. Ook bij mij niet, maar ik voel dat deze dram een 2e kans moet krijgen. Ik heb een sample mee naar huis gekregen, dus…
Bunnahabhain 1990 - kende ik dus al. Aangekondigd als een sherrymonster, dat klopt wel. Maar goed in balans, zodat je het idee blijft houden een whisky te drinken. Toch moet mijn conclusie zijn, als ik dit monster tussen de andere drams proef, dat ik niet een echte sherryman ben. Maar deze Bunna is lekker! En dan de...
North British 1962 - Een 50 jaar (!) oude grainwhisky. Ik proefde 1x eerder een graandestillaat van die leeftijd (een Port Dundas van Duncan Taylor). Dat was een grote verrassing in positieve zin. En dat blijkt deze North British evenzeer. Een heel bijzondere neus (eau de cologne-achtig? Moest ik daarom aan mijn oma denken?), en een dito smaak. En zou een fles van dit spul, nou, zeg € 100 kosten, dan had ik er subiet eentje van mee naar huis genomen. Maar € 150…Nee, dat is voor mij dan toch te veel.
Glen Scotia 1992 - Een piepkleine Campbeltown, dus daarom alleen al bijzonder. Een eigen karakter, lang niet slecht, maar tussen de North British en de volgende springt hij er voor mij niet helemaal uit. Verdient zeker een tweede kans. Misschien zit er nog een sampletje voor me in…
Caol ila 1982 - 30 jaar oud, en toch nog 51,2 %…jammer dat het de laatste van de tasting is, zodat-ie een oordeel 'over tijd' moet ontberen. Neus en smaak zijn in ieder geval verbluffend goed (omdat ik niet goed in het begeleidend foldertje had gekeken, dacht ik dat de zoete tonen van de sherry kwamen…deze Caol Ila zat echter 30 jaar lang in een hogshead). Ik ben inmiddels aan het sparen…

Het was al donker, maar nog helemaal niet koud, toen ik naar huis terugfietste. Fles Ardmore 1992 in de fietstas, en zich ontwikkelende gedachten over het fenomeen tasting in het hoofd. Misschien dat ik op die gedachten een volgend keer nog terugkom.

de twee uit de Fourth release die ik thuis heb staan

zaterdag 28 juli 2012

Even wat anders...(2)


Na de toch wat teleurstellende akvavitervaring (zie vorig blog) had ik natuurlijk het Deens gedestilleerd verder links kunnen laten liggen. Maar zo makkelijk geef ik mij nou ook weer niet gewonnen, en als ik dan op de hoogte raak van een regionaal merk, Thylandia, dat divers gedestilleerd op de markt brengt dat op kruiden uit het Nationaal Park Thy, waar we een week lang tot ons plezier verblijven, getrokken is op de markt brengt, is mijn nieuwsgierigheid gewekt…Dat Thylandia kent een drankje op basis van 'Genever', een 'Bitter' en een 'Snaps' in welke laatste 'porse' is meegetrokken. Dat blijkt dus wilde gagel te zijn. En dat is een kruid, zo begrijp ik ongeveer uit de deense bijsluiter, dat ook wel voor medicinale doeleinden wordt gebruikt.

Snaps!

Ik kies voor die snaps. 42%, gelagerd op Oloroso sherryvat, maar voor hoelang vermeldt de bijsluiter dan weer niet, ook niet in het deens. De 50 cl-fles kost ongeveer € 25.
En jawel, een prettig verrassing, deze gagelbitter! De neus is fruitig (mandarijn, banaan) en kruidig (komijn vooral); de smaak is iets zoetig, er zit fruit in, maar ook iets aards, iets van het bos; stevig. De snaps heeft een olieachtig mondgevoel, en vult van voor naar achter. De afdronk is behoorlijk lang en aangenaam.
Als dit een whisky was (een speyside, zou ik dan zeggen), dan kreeg deze snaps toch echt wel een 8.
Maar dit is geen whisky. Het is even een leuk uitstapje buiten de streng-gereguleerde single malt-wereld. Volgende keer weer daar naar terug; de vakantie is voorbij.

het hoeft niet perse whisky te zijn om goed te smaken...

donderdag 26 juli 2012

Even wat anders...(1)


Even vakantie genomen van de dagelijkse beslommeringen en het blog. Maar nu weer terug.
Denemarken blijkt een mooi land (het lijkt helemaal niet op Nederland, zoals wel eens wordt beweerd), je kunt er prima wandelen, vogelen, goed eten en desgewenst  alle surfvormen beoefenen die er maar bestaan. Maar het is geen whiskyland in die zin dat ze er eigen whisky's op na houden (en vergeten we snel de abominabele Cú Dhub die een Deense slijterijketen nieuw leven trachtte in te blazen). Maar Denemarken heeft natuurlijk wel z'n eigen gedestilleerd. Denk dan als eerste aan de aquavit of akvavit. Net als in ons land van jenever, bestaan er in Denemarken diverse soorten en merken akvavit.

Akvavit, hm….tja...

Akvavit maakt men door akkergewassen, met name karwij, dubbel te destilleren, zoals de meeste Schotse whisky dubbelgedestilleerde gerstemout betreft. Vroeger gebruikten ze ook wel aardappelen, net als bij wodka. Tijdens de tweede doorloop wordt er een kruidenmenging aan toegevoegd. In die kruidenmenging moet de karwij duidelijk doorsmaken (volgens EU-normen). Andere kruiden zoals dille, venkel, kaneel en koriander mogen slechts beperkt gebruikt worden. Hierna volgt een rustfase van enkele weken of soms maanden, soms op houten vaten. In beperkte mate mag de akvavit worden bijgekleurd met karamel.
Vooral die korte rijping, en de bijmenging van kruiden maken er toch iets heel anders dan whisky van, is mijn conclusie na een proefaanschaf van een fles Aalborg Nordguld akvavit (+/- € 25, 40%). Deze drank wordt speciaal aanbevolen omdat: "elke fles [ ] een distillaat van echte amber [bevat]. Amberoliën geven volheid en ondersteunen de delicate interactie tussen de kummel, de venkel en de dille. Een lichte ondertoon van hars, pijnboom en citrus markeren de smaak. Aalborg akvavit Nordguld wordt op Spaanse sherry vaten bewaard, dit geeft een zachte en harmonieuze afronding."
Die ' echte amber' lijkt me meer een gimmick. Van enige volheid is wat mij betreft geen sprake. De neus geeft veel spiritus en odeklonje (zoals min vriendin D determineerde), en is verder vrij schraal.
In de smaak overheerst het zuur (die citrus, zal wel) en ook hier ontbreekt volheid. Heel vaag proef ik iets van sherry. Deze akvavit vult de mond niet; er blijft alleen boven in het gehemelte iets hangen. Van een serieuze afdronk is eigenlijk geen sprake. Deze drank kan bijna niet ouder zijn dan een paar maanden, en zal mede daarom aan diepgang tekort komen. Wat mij betreft: ik zou deze akvavit nog wel als een zomerborrel durven presenteren, maar zelf kies ik, in die prijsklasse, dan wel voor bijvoorbeeld een Old Pulteney of, jawel, een Black Grouse.

misschien als zomerborrel?


donderdag 28 juni 2012

Archives, bekend en verrassend


Afgelopen dinsdag was er weer eens een door de Whiskybase-shop georganiseerde proeverij (of 'tasting' als je in Britse sferen wilt blijven) in Restaurant Branco, Zwaanshals. Rotterdam dus.
Helemaal gewijd aan de 6 'brands' sterke Third release van het eigen (Whiskybase)label Archives. (Ik overweeg nu om maar helemaal op het Engels over te stappen…maar ach, m'n Nederlands is toch beter).
Van eerdere Archivesreleases had ik al de Ledaig, de Glen Garioch, de Highland Park en de Littlemill '89 aangeschaft, en van deze Third staat de Imperial in m'n whiskykastje. Zeer gewaardeerd, allemaal.
Een week of wat geleden had ik in de whiskywinkel van Whiskybasers Menno en Cees-Jan al mogen proeven van de Glenrothes (ook een Third release botteling). Eigenlijk wist ik het toen al wel: ter afsluiting van de Archives-proeverij zou ik een flesje van dat spul meenemen…

En dan is het dinsdagavond en begint de proeverij. Een enthousiast en behoorlijk whiskykundig gezelschap (nee, nee, niet alleen mannen…) buigt zich over de achtereenvolgens uitgeserveerde drams. Smaken verschillen, en zo vindt de een de ene, en de andere de andere botteling de lekkerste. Zo gaat dat natuurlijk. En voor de Islay-liefhebbers (ik ben er een) was het misschien een aanvankelijke teleurstelling dat er geen enkele dram, zelfs geen unpeated, van dat eiland op tafel kwam. Maar wat er wel voor de neuzen werd gezet, deed wat mij betreft Islay voor even vergeten. En aan het begin kregen we meteen te horen dat de Littlemill inmiddels was uitverkocht. Dus dát drammetje zou sowieso uniek zijn vanavond.

Mijn beproevingen

En dan nu een niet chronologische recensie van het gebodene. Met een verrassende conclusie.

  • Laat ik beginnen met de Imperial. Ik had  'm al in huis, en zeer tot genoegen. Ik waardeerde 'm al eerder met 88.
  • En dan die Littlemill maar. Bij de 89'er die ik thuis heb staan ruik ik niet wat ik bij deze 88'er wel degelijk ruik: motorolie, benzine…en nog stevig ook! Heel interessant en met alles wat er na die garageluchten nog doorkomt ook heel complex. En lekker! Maar goed, dit zal de laatste en enige Littlemill 88 Arc-dram zijn geweest die ik ooit proefde.
  • De Longmorn kwam er voor mij niet zo uit. Nou ben ik geen heel subtiele proever (Islay-liefhebber immers!), dus dat kan best daaraan liggen. Ik heb er geen bijzondere herinneringen aan. Niet vies, maar ook niet opvallend lekker.
  • Met de Tomintoul komen we bij de prijzigste van het stel. En ja, hij is zeker een topper. Complex, volwassen,mooie ontwikkeling en goed in balans. Met z'n 42,4% voor mij (weinig subtiele smaak, zoals gezegd) toch wat aan de lichte kant. Al bij al zou ik er geen € 160 voor neerleggen, maar ik kan me voorstellen dat er anderen zijn die dat graag zouden doen.
  • Nu iets vreemds: bij een eerder sampletje van de Glenrothes was ik meteen enthousiast. Dat zou m'n volgende Archives-flesje worden…maar dat werd hij niet. Tijdens de sessie van zeg anderhalf uur waarbij deze als eerste op tafel kwam, werd het aroma eerst steeds 'maritiemer', zoals een medeproever het beschreef (dat ging voor mij van ziltig naar verse mosselen, naar rottend zeewier, en dat dan in overheersende mate), om daarna bijna volledig te verdwijnen. Deze vreemde neus deed de smaak geen goed. Wat een wereld van verschil met die sample van een paar weken eerder! Ik begrijp er nog niet veel van...
  • Jammer, maar dan was er de positieve verrassing in de vorm van de Isle of Jura. Mijn beperkte ervaring met Jura had me vooraf enigszins sceptisch gestemd jegens deze botteling. Heel nieuwsgierig was ik er niet naar. Maar by Jove, wat een ontzettend lekkere en door de tijd steeds maar weer positief verrassende dram! Zo'n beetje om de paar minuten loste de Jura een ander, geraffineerd aroma; de smaak liep hieraan parallel, en de afdronk deed enthousiast mee. De Glenrothes was op slag vergeten, en het was dan ook de Isle of Jura van Archives die ik die avond in mijn fietstas naar huis voerde (en ook nog een Millstone 100 Rye -50%- waarover ik inmiddels ook erg enthousiast ben, maar dit terzijde).


zondag 24 juni 2012

Soms....

Soms proef ik door alle drams de whisky niet meer....Knalt de whisky m'n neus in, of gaat-ie subtiel naar binnen? Of ruik ik zelfs nauwelijks iets? Ruik ik nou appel? peer? kokos? hout?...eh, mest?  Proef ik noten? brood? peer? chocola? gerookte paling? Of andersom? Voelt 't olieachtig? zalvig? stroef? Hoe komt-ie nou in de mond, scherp? zacht? explosief? bescheiden? volledig of alleen vooraan?
Blijft de whisky lang hangen, of is het snel uit met de pret? Is de afdronk bitter of zoet? verandert-ie nog langzaam van toffee naar koffie?
En was het nou zo dat elke zelfde whisky voor mij nou ook steeds hetzelfde zou smaken, dan kwam ik er wel uit. Maar nee, een-en-dezelfde dram zal meestal over de tijd dat je 'm drinkt ook nog eens veranderen zowel van aroma als van smaak. En dat kan best nogal verschillen. En dan kan dezelfde whisky ook nog eens van dag tot dag verschillen. Dat heeft dan ongetwijfeld met de specifieke afstemming van mijn smaakpapillen van die dag te maken. En zelfs met m'n mentale gesteldheid, denk ik wel eens.
Tja, en dan wil ik net doen of ik geen last heb van deze beoordelingsproblematiek door netjes ratings te geven. Geef ik zelfs tweecijferige beoordelingen, 78 of 91 bijvoorbeeld, en dan weer 79 of 90, net of ik het allemaal zo precies weet.
Maar als ik dan merk dat mijn ratings gemiddeld helemaal niet veel uit de pas lopen met de gemiddelde ratings van anderen, dan lijkt het erop dat ik onbewust toch wel de fantastische complexiteit van whisky een beetje kan doorgronden. En dat stelt me dan weer gerust: gewoon doorgaan met proeven, lekker vinden wat ik lekker vind, en ontdekkingen blijven doen in Whisky Wonderland!


Soms lijken ze allemaal op je af te komen, die aroma's en smaken...

En dan hier, met opgeruimd gemoed, weer nieuwe ratings:
  • Old Pulteney 12 years, 40% - 81 (voorlopig; als ik op een gegeven moment dan toch iets ziltige/zoutigs in deze whisky zal proeven, komen er punten bij)
  • UD Speyside 12 years, Commitment to Malt - 85 (stijgende tendens)
  • Imperial 16 years, Archives - 88 (kan nog wel een puntje bijkomen)
  • Blair Athol 22 years, Whiskybrokers - 88 (hoger wordt 't niet)
  • Glenfarclas 105 - 89 (en misschien wel 90 na nog een drammetje)

zondag 10 juni 2012

Niet bij te houden


Dan ben je weer eens jarig geweest, en dan is het allemaal nauwelijks meer bij te houden, zeker als je, zoals ik, het bij 1 hooguit 2 drammetjes per dag houdt. En als dan ook nog eens Whiskybase.com met z'n derde Archives-release komt, waarvan ik er in alle bescheidenheid voorlopig dan maar eentje heb aangeschaft, dan kom je tijd te kort. Na m'n verjaardag heb ik tot en met nu dus de taak om:

  • het boek De chemie van Schotse Maltwhisky (Robin Brilleman) te lezen. Zeer interessant en verhelderend. Als je dit boek uit hebt, weet je alles over hoe ze whisky maken, en alles over de aroma's en de smaken van single malts. Ik heb het bijna uit. (klik hier voor de website van het Whisky Informatie Centrum Nederland);
  • de volgende drams te proeven en/of in te boeken: Archives Ledaig, Glen Garioch, Littlemill en Imperial; Aberlour A'bunadh #39; Whiskybrokers Blair Athol 22;  Glenfarclas 105. Of je een emmer leeggooit. Ik ben nog niet uitgeproefd, maar de Archives Littlemill krijgt al 92 punten.
een tijdrovende, maar mooie taak


maandag 28 mei 2012

Over de honderd


Ja, dan kan ik hier wel heel stoer een whiskyblog hebben opgezet, voor een flesje whisky heb ik nooit € 100 (of meer) neergelegd. Altijd nog een mentale grens gebleven (je gaat toch geen € 100 -of meer- voor een fles drank neertellen! Dat proef je d'r nooit vanaf! Puur snobisme!). Bij proeverijen heb ik inmiddels wel uit diverse 100-plus flessen mogen proeven. En voorzichtigaan  kwam ik tot de conclusie dat je het er soms wèl aan af kan proeven…Dus dan toch maar de geest voorbereiden op die stap over de magische grens. En niet overhaasten: onder die grens is ook nog heel veel de moeite van het ontdekken waard.
Tot dan het vakantiegeld is gestort en bewindslieden daaraan voorafgaand hebben opgeroepen dat vakantiegeld in eigen land te besteden. Vrijdag was daarmee de tijd voor mij rijp. Ik toog naar m'n vaste slijter (toevallig zo'n beetje de beste whiskyboer van het land) en ik wist al wat het zou worden: de Littlemill van hun eigen whiskylabel Archives. Een zeer goed besproken botteling, waarvan ik een tijd geleden al een sample had mogen proeven.
Ik heb me dezelfde avond op een glas ervan getrakteerd, en al bij het eerste snuifje wist ik dat ik goed zat met mijn grensoverschrijdend gedrag….

De honderd-eurogrens gepasseerd met de Littlemill van Archives!

zondag 20 mei 2012

Mobile malts


Ik heb het afgelopen jaar tussen de bedrijven door voor m'n iPhone gezocht naar een paar handige/leuke whisky-apps. Nou, dat valt dus best tegen. Er zijn wel grappig opgezette apps als Whisky Iodic (het periodiek systeem, maar dan voor single malts, hoe kom je erop!), maar die zijn zo beperkt qua assortiment, dat je ze na een paar keer uit je hoofd kent. En er zijn meer serieus ogende apps als Liquor Hub die onder Whiskey (ja, Amerikaans) best wel wat in huis heeft, maar alleen van Original Brands met prijzen in $. Aan de andere kant, als je ook van rum of gin of andere sterke dranken houdt, is dit denk ik de meest volledige database-app. Maar vandaag (het was aangekondigd, dus het was geen toeval) heb ik de whiskybase-app voor iPhone gedownload (als Android-app was-tie er al een weekje). Met even de voorwaarde dat je wel lid moet zijn van Whiskybase.com in het achterhoofd, is dit een geweldige whisky-app: vanaf je iPhone of iPad (of je Android-ding) heb je toegang tot de grootste whiskydatabase ter wereld (denk ik) + jouw eigen account daarop. En het loopt soepel als een naaimachientje.
Het enige minpunt is de prijs. Voor een app relatief duur met z'n € 3,99 (maar absoluut is het nou ook weer geen kapitaal).

Bijna geen whisky te bedenken, of je vindt hem op de whiskybase-app

Punten op de i

En dan nog de openstaande waarderingen van m'n laatste aankopen:

  • De Craigellachie Pedro Ximenez is zoals de naam al doet vermoeden een behoorlijk sherrykanon, maar gelukkig niet 'over the top'. Ik geef 'm 88 punten.
  • De Amrut Fusion maakt voor mij z'n reputatie als multi-prijswinnaar niet helemaal waar. Maar misschien moet ik er nog eens dieper op ingaan. Voor nu 86 punten.
  • Had ik 'm al genoemd, de Tomintoul 12 years Oloroso? Nog nooit een Tomintoul geproefd, maar de naam, ik weet niet waarom, sprak me al een tijdje aan. Nu niet meer zo. Ik vind 'm op alle fronten aan de 'dunne' kant (neus, smaak, afdronk). De 12 jaar proef ik er niet aan af. Misschien dat ik met 83 punten nog te hoog zit, maar vooruit…voor de naam dan.

zaterdag 5 mei 2012

Aan de sherry


Ik heb inmiddels redelijk wat whisky's geproefd die hun rijpingsperiode geheel of gedeeltelijk in sherryvaten hebben doorgebracht. In het begin van mijn whiskyloopbaan wist ik niet eens dat whisky iets met sherry te maken kon hebben. Voor mij was sherry dat groeneweduwendrankje uit de jaren 70. En koningin Juliana ging in die tijd op biefstuk-sherrydieet. In diezelfde jaren 70, het woord 'comazuipen' bestond nog lang niet, ben ik ooit eens gigantisch lazarus van dat spul geworden. Sindsdien heb ik me er verre van gehouden.
Tot ik me voor whisky begon te interesseren, en er langzaam achter kwam dat behoorlijk wat whisky's gesherryd zijn, en zeker niet de minste: pas toen de Ardbeg Uigeadail al lang en breed in m'n top 3 stond, besefte ik dat ook sherry een bijdrage heeft geleverd aan de onvolprezen smaak! De combinatie turf en sherry (zoals die Uigeadail) is sowieso een zeer interessante.
Nou hoeft 't voor mij ook weer niet al te sherry-achtig te wezen. Een Glenmorangie Astar bijvoorbeeld is voor mij net op 't randje: 1 stapje verder en het is een dameslikeurtje.
Maar goed, als je je verdiept in whisky, dan zul je je ook een beetje moeten verdiepen in sherry, vind ik. Ik heb wikipedia er daarom eens op nageslagen. Best interessant wel, kijk maar. En hier een verkorte weergave van het lijstje van sherrysoorten dat ik er aantrof (helaas vermelden whiskylabels niet vaak op welk type sherryvat de rijping plaatsvond, 't lijkt me dat dat toch behoorlijk kan schelen):

  • Amontillado: droog, aromatisch met hazelnootsmaakje. Amberkleurig; 16%-20%.
  • Fino: licht, fris, droog met amandelsmaak. Lichtgeel; 15%.
  • Manzanilla: kruidig, droog, ziltig. Strogeel; 15%.
  • Oloroso: droog, vol, zoetig in het begin. Amber/mahonie; 17%-22%.
  • Palo Cortado: Complex, indringend en verfijnd; 18%-20%.
  • Pedro Ximénez: vol, krachtig, zeer zoet, licht aroma van rozijnen, stroperig. Zeer donkere kleur; 17,5%.
Ik heb overigens gisteren een Craigellachie aangeschaft, gebotteld door Creative Whisky Company, die op een Pedro Ximénez-vat is gefinisht. Ben benieuwd. (En ook naar de Amrut Fusion waarvan er nu eentje uit batch nr. 17 in de kast staat.)



maandag 23 april 2012

Hoger sferen

Dat je van whisky in hoger sferen kunt geraken moge bekend zijn. Dat whisky zelf ook in hoger sferen terecht kan komen, was mij in ieder geval nog niet bekend. En natuurlijk is het een Ardbeg die dit heeft gepresteerd. Zie dit berichtje uit de Volkskrant van afgelopen zaterdag:
Volkskrant, 21-4-12, Wetenschapskatern


Ik heb geen enkel idee waarom whisky beter zou worden van een zwaartekrachtloze opslag. Volgens mij gewoon een reclamestunt. Zijn ze bij Ardbeg niet vies van. Ik weet niet hoeveel cc aan Ardbeg in het ISS is gelagerd, maar veel zal het niet wezen. Maar de prijs die liefhebbers straks neer moeten leggen voor een sampletje Ardbeg Space of Gravityless zal ongetwijfeld astronomisch hoog zijn!

Vorige aanschaffen in het kort
De Bladnoch 19 bevalt zeer goed. Wat de nose belooft, maakt de palate zeker waar. De sherry is zeker aanwezig, maar niet opdringerig. Je drinkt met deze Bladnoch wel degelijk een whisky. En een goeie! Ik geef 'm 89 punten, en ga me wat meer in de lowland-types verdiepen.

Tja, en dan de Ledaig van Archives. Blijft steeds maar in mijn achting stijgen. Een heel eigen smaak; stevig en zacht, fris, mild, zoet en vette turf, van alles bij elkaar en goed in balans. Ik drink 'm zo, geen druppel water erbij. Wat ik eerder al zei: voor die prijs de Beste Koop!

zaterdag 14 april 2012

Serious business


Vlak voor ik met dit blog begon, bouwde ik een website, singelwhisky. Meer een experiment voor mezelf om te kijken hoe het werkt met de nieuwe webstandaard HTML5 (trekt u zich, lezer, hier verder niets van aan). Om de site wat inhoud te geven, greep ik terug op een van m'n geliefde onderwerpen: whisky. Heel veel had de site niet om 't lijf, nog minder eigenlijk dan dit blog, dat van het begin af aan dan wel weer ernaar linkt.
Maar, om kort te gaan, om m'n HTML5-ervaring verder op te schroeven, heb ik inmiddels een pagina met wat meer whiskyinhoud aan singelwhisky toegevoegd: Hoe maken ze whisky? En andere vragen…
webpagina 'Hoe maken ze whisky? En andere vragen...'

Verse aankopen
En vandaag een Bladnoch 19 year gekocht, waarvan het plakkertje '19'  scheef op 't label zit. En m'n tweede Ledaig van Archives. Die staat in mijn toplijstje van beste prijs/kwaliteitsverhouding, of 'Beste koop', om met de Consumentenbond te spreken.

zaterdag 7 april 2012

Beugelfles best goed idee


Hoe smaakt Bretonse whisky?
Eerst even terugkomen op de Bretonse Kornog. Dit heb ik erover genoteerd op whiskybase.com:
A pleasant surprise, this Breton whisky. A very rich nose (fruity, peaty, smoky and slightly salty) and a pleasantly mouth filling taste where the sauternes finish only acts in the background (fruity sweetness). Together with the long, warm and spicy finish makes this a sophisticated whisky.
En ik waardeer deze Franse whisky met 90 punten. Een ontdekking hoor!

Een goed idee...?
En dan nu een best wel goed idee van mezelf. Bij de 'verantwoorde' keuken- en tuinspullenwinkel Dille & Kamille (in diverse steden, maar niet in A'dam) zijn beugelflesjes in diverse maten verkrijgbaar. Met het oog op een selecte proeverij die ik ooit organiseerde, kocht ik een aantal 10 cl flesjes die ik dan vulde met nieuw aangeschafte whisky's die ik wilde laten proeven. Uit een zo'n flesje haal je dan 4 goeie drams. Er zijn ook flesjes van 5 cl. En die zijn heel goed bruikbaar voor het bewaren van het bodempje uit een van je betere flessen. Welk van de 2 formaten ook: vullen (ik gebruik daarvoor een roestvrij stalen trechtertje, ook van D&K), etiketje erop (strookje papier met plakband voldoet) en ziedaar, een mooi sample-flesje!

flesje van 10 cl

vrijdag 6 april 2012

Van Islay-proeverij thuiskomen met Breton


Afgelopen woensdag, 4 april, was het zover: m'n tweede proeverij van Whiskybase.com Weer in restaurant Branco Zwaanshals en nu in het teken van Islay (yes!). Op de fiets, onderweg naar de (of is 't 'het'?) Zwaanshals, verkneukelde ik me over wat ik zou gaan proeven (die bijna mythologische Port Ellen bijvoorbeeld) en over het flesje dat ik na afloop zou aanschaffen. Dat stond nog open (wat 't zou worden dan, niet dat flesje), maar een toepasselijke Islay, dat lag toch wel voor de hand.

De door Cees-Jan en Menno weer enthousiast gepresenteerde proeverij was een succes. Ik geloof dat alle ongeveer 20 gasten, van whiskybeginner tot gevorderde drammer, een prima avondje hadden. De mooie selectie van 6 Islay's droeg daar goed aan bij.
(kijk voor de proeflijst hier). Aan het eind van de proeverij liep ik als eerste met Menno naar de overkant om in de winkel af te rekenen. Ik dubde of het de gesherryde Caol Ila of de stiekeme Port Charlotte zou worden, beide zojuist geproefd en beide rond de € 100, die ik als trofee mee naar huis zou nemen. Een beetje napratend in de winkel kwamen we in gesprek over de nieuwe aanwinsten van Whiskybase. En daarmee op een Franse, of beter, Bretonse whisky die al zeer goede recensies had gekregen: de Kornog van Glann Ar Mor. Nog geen € 60. Waarom nou precies weet ik niet, maar ineens moest die het voor me worden! En dus was het de Bretonse Kornog die even later in m'n fietstas verdween. Was dit een goeie keus….?
Glann ar Mor, Kornog
geturfd, 46%

zaterdag 31 maart 2012

Kwartje valt bij 46%


En weer is er vandaag een whiskykwartje bij me gevallen.
Zoals het ook bij vele andere whiskyliefhebbers zal zijn opgevallen, is het mij niet ontgaan dat steeds meer 'standaard' whisky's op 46% sterkte worden afgeleverd. Ook types die voorheen op 40% zaten. De verklaring die ik wel hoorde, dat de producenten daarmee tegemoet willen komen aan een grotere vraag naar sterker spul, klonk mij niet onlogisch in de oren, maar, zo bleef het bij mij knagen, waarom dan precies op die 46%? Als het onder invloed was van de door mij zeer gewaardeerde trend om op cask strength te bottelen, dan zou 50% en meer toch beter in de lijn liggen. Maar precies 46%….? En dan lees ik vandaag, op www.whiskyforeveryone.com, een site die ik zeer kan aanbevelen, een uitleg over het 'chill filtering'. Waarom wordt whisky, en zeker alle blends, vaak 'koud' gefilterd? Omdat er in whisky van 't vat allerlei stofjes als vetzuren en eiwitten zitten, die de drank vertroebelen als je er ijs of water bij doet. En sommige consumenten vinden dat een onprettig gezicht of zo…In ieder geval zijn er producenten, best wel veel eigenlijk, die die stofjes er dan voor hun geliefde consumenten uit filteren. En dat kan alleen door de whisky tot op of zelfs onder het vriespunt af te koelen: bij die temperaturen gaan de opgeloste stofjes klonteren. Vervolgens wordt de diepvrieswhisky door metalen zeven geperst om de microklontjes eruit te filteren. 'Chill' filteren dus.

Nu zijn er ook consumenten die menen dat het de smaak van whisky niet ten goede komt als je er stofjes uithaalt en 'm ook nog eens op grove wijze mishandelt. Ik kan me daar alles bij voorstellen! Ook aan deze consumenten willen de producenten natuurlijk tegemoet komen. Zij gooien met trots hun 'unchillfiltered' of 'non-chillfiltered' soorten op de markt. Goh, wat zijn ze toch authentiek bezig, denk je dan. Zeker. Het is dan als consument wel handig te weten dat bij whiskysterktes vanaf een bepaald percentage, om chemisch-natuurkundige redenen, sowieso geen vertroebeling kan optreden, dus sowieso geen filtering nodig is. En dat percentage is…..jawel, het kwartje, dat percentage is 46!

maandag 26 maart 2012

Verdampt!


Onlangs weer eens wezen buurten bij de Whiskybase-shop (en daar natuurlijk niet met lege handen vandaan gekomen: de Highland Park van Archives, Second release en een Longrow Burgundy Wood, wellicht daarover later meer). In gesprek met Cees-Jan passeerden weer eens allerlei whiskywetenswaardigheden de revue. Toen ik vertelde van mijn aanschaf van de Premier Barrel Laphroaig in aardewerken fles, op de 'Peppelweg', leek er een blik van herkenning bij Cees-Jan: 'En aardewerken fles? Keramiek?', vroeg hij. Ja, een retro-ding. Leuk om te zien, maar je kan niet zien hoeveel er nog in zit, bevestigde ik. Daarop zei Cees-Jan dat hij me wat wilde laten zien. Hij verdween in het privédeel van de winkel om kort daarop terug te komen met een duidelijk gevuld blauwfluwelen zakje met goudborduursel. Hij zette het zakje op de toonbank en knoopte het gouden sluitkoordje los: het zakje bleek een blauw aardewerken flesje te bevatten dat gesloten was met een zilveren dop en een zilveren zegel.  Het flesje straalde een 19e-eeuwse luxe uit, het British Empire in al zijn glorie en zo...Hier moest wel een heel speciale whisky in zitten! (Dat het om een whiskyfles ging was natuurlijk duidelijk).
Cees-Jan nodigde mij uit het flesje op te tillen, na mij nog eens nadrukkelijk op het onverbroken zegel te hebben gewezen. Ik kreeg nu wel een vermoeden, en dat werd bewaarheid toen ik het flesje ophief: het woog zowat niks! Het was leeg!  Dat er ooit iets lekkers in gezeten moest hebben was duidelijk, dat er nu niks meer in zat was ook duidelijk, maar hoe?...Cees-Jan nam de fles over. Hij draaide hem om, en wees op de ongeglazuurde onderrand, de richel waarop de verder geheel geglazuurde fles bij het bakken in de oven had gestaan, lang geleden....ongeglazuurd aardewerk is poreus....in de loop van tientallen jaren is de ongetwijfeld smakelijke inhoud van de fles door die ongeglazuurde rand heen verdampt!
dit is niet de fles die Cees-Jan liet zien

De fles, zo vertelde Cees-Jan, was in de winkel terechtgekomen door een oudere dame uit de buurt die 'm (met nog wat whisky's in glazen flessen, zo begreep ik) langs was komen brengen.
En ach, over m'n Laphroaig Premier Barrel (bott. Douglas Laing) hoef ik me geen zorgen te maken. Het is een weliswaar jonge (7 jaar) Laphroaig, single cask, van 46%, maar hij heeft wel de karakteristieke rokerigheid van het merk, heeft een volwassen olieachtigheid, smaakt zilt met zoete en kruidige tonen en biedt een lange, prettige afdronk. Dus die is over een jaar al leeg; maar niet door verdamping....
van deze 'decanter' zijn er 366

maandag 19 maart 2012

Jong en oud in de whiskyclub


Toeval of niet, in de eerste serie bottelingen van de Rotterdamse Whiskyclub (Commitment to Malt) zit het jongste merk van Schotse single malts, Arran (Island), en een van de oudste merken, Ben Nevis (Highland).
En nou denk ik dat ik dat kan proeven....dat verschil in leeftijd van het merk.
Het gaat bij allebei de flessen om 12 jaar oude, op bourbon hogshead gerijpte single malts van 46%. Dus prima vergelijkbaar.
Begin ik met de Arran. Eerste indruk is een 'typische' zomerwhisky…fris en fruitig, misschien een beetje scherp. De afdronk is niet overdreven lang. Nou ben ik geen grote detailproever, kan nog wel eens een nuance missen, maar bij deze Arran proef ik dat er meer in zit; ik krijg het er alleen niet echt uit. Misschien is het alleen de belofte van complexiteit die ik proef en moeten we nog een jaar of wat wachten tot de Arran Distillery (opgericht in 1995) echt volwassen is geworden?
Tot volle wasdom is in ieder geval Ben Nevis al gekomen. Althans, dat meen ik uit de eerste drams die ik nu van dit merk heb geproefd te mogen opmaken: een volle, ronde neus en smaak. Zoetig. Het hout komt mooi naar voren, met alle eikentonen die daar bij horen; lange, prettige afdronk. Een soort modelwhisky die door lange ervaring (Ben Nevis stamt uit 1825!) een robuust evenwicht heeft gevonden. Een whisky die je iemand die nog nooit een single malt heeft gedronken ter kennismaking zou voorzetten. Maar daartegenover staat dan, vind ik, dat in ieder geval deze Ben Nevis niet echt iets bijzonders heeft. Iets meer karakter had voor mij wel gemogen.

Mijn rapportcijfers, voor wat ze waard zijn: Arran 82, Ben Nevis 84.
heel aardige whisky's, maar misschien iets meer karakter...?

woensdag 14 maart 2012

Even schrikken...verroeste whisky!

Ja, dat was wel even schrikken, toen ik op het forum Whisky Enthousiasts (LinkedIn) werd gecofronteerd met de mogelijkheid dat whisky, net als wijn, in een geopende fles kan oxideren! Daar had ik nog nooit van gehoord, dus zeker ook nooit bij stilgestaan...Dat je dus bijvoorbeeld van een lekkere, dure fles denkt: 'Ha, dit bodempje laat ik staan voor een heel speciale gelegenheid', en dat je een jaartje later, bij die speciale gelegenheid, na een eerste nip denkt: 'gedverdemme, hoe heb ik deze ooit lekker kunnen vinden!'. Omdat dus dat bodempje met de in de fles aanwezige zuurstof is gaan reageren. Verroest is! Een aantal deelnemers wisselt op dat forum ervaringen en adviezen hierover uit.
Het varieert van dat een geopende whisky na 5 jaar iets van z'n complexiteit kan verliezen, tot het advies dat je een bodempje in de fles toch binnen een maand wel moet nuttigen om onprettige verrassingen te voorkomen. En dan daartussen dat je een geopende fles toch wel binnen een een half jaar soldaat moet hebben gemaakt. Ach ja...
Maarrrr...net zoals je wijn behoorlijk tegen bederf kunt beschermen door het aanbrengen van Vacuvin-sluitingen (van die rubberen kurken waarmee je de geopende fles d.m.v. een pompje vacuüm kunt krijgen), kan dat bij whisky natuurlijk ook. Voor alle zekerheid heb ik m'n Ardbeg Alligator van de enige vrije Vacuvin-kurk in huis voorzien. En van het weekend wordt dat dus een dozijn extra van die dingen aanschaffen. Je weet maar nooit!


zaterdag 10 maart 2012

Turf en rook

afbeelding gemaakt door schrijver dezes

Om het ontkiemingsproces van de gerst te stoppen, en dat wil je als je er whisky van wilt maken, moet je de boel verhitten. En dat doe je door de gekiemde gerst in een 'kiln', een soort oven, te stoppen.
En als je dan voor de verhitting een turfvuur gebruikt onder het rooster waar de gekiemde gerst op is uitgespreid, dan leg je de basis voor een peated whisky. Ik hou daar wel van, van die turfwhisky's.

Waar rook is is turf, maar hoeveel?
Volgens mij gaat het bij peated whisky's om twee extra smaakcomponenten: de smaak van de turf en de smaak van de rook. Er zijn 'peated' whisky's waar ik duidelijk de turf in proef, maar nauwelijks iets rokerigs, er zijn er waar veel rooksmaak aan zit, maar nauwelijks iets van turf, en er zijn er waar turf en rook tegelijk om de aandacht strijden. Ik kan me voorstellen dat die turf/rook-smaakverhouding te maken heeft met de felheid van het vuur (heet, veel vlammen en weinig rook, of relatief koel, smeulend met veel rook). En dat zou weer te maken kunnen hebben met de brandbaarheid van het type turf. Maar dat bedenk ik zomaar, dus het kan net zo goed onzin zijn.
Om een voorbeeld te geven van verschillen in de smaakverhouding die ik ervaar: Als ik m'n neus hang boven een Ledaig, dan ruik ik van alles, en heel nadrukkelijk ook 'peat', maar nauwelijks of geen rook. Het eerste aroma dat je boven een Ardbeg of Laphroaig tegemoetkomt is dat van een volle asbak: rokeriger kan bijna niet. Pas daarna ruik je de turf.

Asbakken en zilte turven
De rookgeur en -smaak die ik in whisky's proef is zelf ook weer een samenspel van elementen. Er is het 'standaard' rookaroma, een soort basisgeur die je inderdaad bij asbakken, maar ook bij houtvuren tegenkomt. En aan die basis kunnen dan weer andere geuren en smaken kleven. Zo kon ik onlangs 'rookworst' onderscheiden in een verder weinig rokerige Balblair, en ook niet zo lang geleden proefde ik toch echt gerookte paling.
En dan zijn er de verschillende types turf. Elke streek in Schotland heeft z'n eigen turfsamenstelling, afhankelijk van wat er groeit en bloeit en het soort aarde, en van de beesten die er leven, poepen en sterven, en ook afhankelijk van de invloed van bijvoorbeeld de zee (ziltige grond?).
Meer dan bij de rookwaarneming komen in het turfaspect dan ook de regionale verschillen tot uiting. Om een voorbeeld te geven: Tot nu toe ben ik één keer in Schotland geweest, en wel op de Orkneys. Je hebt daar hoogveengebieden met heide. Je ruikt die heide duidelijk als je er rondwandelt. En in de Highland Park-whisky's, die helemaal niet rokerig maar wel licht turfachtig zijn, ruik ik die heidelucht weer terug.

vrijdag 9 maart 2012

Rotterdamse Whiskyclub

Nou, sinds vandaag ben ik lid van de Rotterdamse Whiskyclub. Klinkt goed, niet?
Deze whiskyclub is een voortzetting van de voormalige Nederlandse Vereniging Commitment to Malt, en daar was ik al lid van, met ledenpas en al.
Maar goed, de Rotterdamse whiskyclub is verbonden aan de G&G-slijterij van Roy van Ams in Schiebroek, en net als de vereniging had, heeft de club soms aardige whiskyaanbiedingen, en eigen bottelingen.
Vandaag dus onder een veelbelovend zonnetje met de tram weer eens naar de Peppelweg, Schiebroek gegaan, met als voorwendsel om m'n ledenpas om te wisselen, en met als verwacht resultaat dat ik nu klaar heb staan om te proeven: een Arran en een Ben Nevis, beide 12 jaar oud en gerijpt op bourbon hogshead, en beide voorzien van het etiket van de Rotterdamse Whiskyclub, en een wat, eh...apart verpakte 7 jaar jonge Laphroaig uit de Premier Barrel-serie van Douglas Laing. Alledrie 46%'ers, dus eigenlijk wat aan de 'lichte' kant voor mij, tegenwoordig...ahum.
Arran heb ik wel eens eerder geproefd, Laphroaig is een oude bekende (maar het gerucht gaat dat deze van DL op sherry heeft gestaan, en die variant zou nieuw voor me zijn); Ben Nevis is nieuw voor mij, maar ik heb in Schiebroek even kunnen snuiven en proeven...daarom dus die fles gekocht.
      



dinsdag 6 maart 2012

En de winnaar is...




Natuurlijk moest ik zeker van m'n zaak zijn, dus ik kon me er niet met 1 glaasje per kandidaat van afmaken. En daar ik het in huiselijke kring doorgaans niet doe dan met meer dan 1, hooguit 2 glas per avond, duurde het even, maar dit is de uitslag van de privé-proeverij van afgelopen weekend:


1 Amrut - 91pt 
2 Miltonduff - 89pt  
3 Cragganmore - 88pt 

Misschien toch verrassend, de Amruth Cask strength op 1, althans voor mij. Maar met dit rapport:
Mooie, volle whisky. De neus is houtig, rond en kruidig zoet. Smaak inderdaad heel goed het zoetige van eikenhout, mout, sinaasappel later, en de afdronk is lang en prettig. Alles goed in balans.
een verdiende ereplaats.
De andere twee echter mogen er zeker ook zijn. Behoorlijk genieten geblazen was het met de Miltonduff van C&S Dram Collection (notitie van de proeverij van dinsdag, van 't weekend bevestigd):
Vol van smaak; met een paar druppels water erbij komt deze echt goed los. Heel kruidig! Mooie afdronk. Een topper!
...en evengoed ook met de Edition Spirits Cragganmore (21 years):
Fruitig, fris en moutig in de neus; fruitig in de smaak, boterachtig ook, vol maar niet zwaar in de mond, en een prettige afdronk met iets van rook. Drinkt lekker weg!

Hoewel ze qua punten voor mij dicht bij elkaar zitten, zijn het toch drie heel verschillende whisky's. En dat is nou het leuke van deze hobby: het ontdekken en genieten van al die verschillende smaken!

donderdag 1 maart 2012

Verrassing...

Krijg ik toch verdorie vandaag zomaar van D., die mij dinsdagavond geïnteresseerd uithoorde over de proeverij, een fles 13 jaar oude Miltonduff van C&S Drams (59,9%) cadeau! Mijn topper van dinsdag dus. Ze kreeg er in de whiskybase-shop waar ze deze fles kocht ook nog een sample bij van de 21 jaar oude Balblair (C&S Drams) die de andere topper van de proefavond was.
Ik heb nu dus als nog goed te proeven in mijn kast staan de Amrut Cask Strength, De Cragganmore van dinsdag, en deze speyside, de Miltonduff. Aan de slag dan maar, dit weekend!
het cadeau van D.

woensdag 29 februari 2012

Proeven en leren...

Gisteravond aangezeten bij een proeverij van whiskybase-shop in Rotterdam. 't Was in het van tv voor sommigen vast wel bekende restaurant Branco Zwaanshals, recht tegenover de whiskywinkel. Een interessante proeverij, die mij onder meer leerde dat ik voor 40%-ers eigenlijk al te veel verwend ben. Dat ik aan het eind van de proeverij a.h.w. m'n neus ophaalde voor een Highland Park 12 waarmee de proeverij begon, doet wat dat betreft het ergste vrezen. Wie benieuwd is naar de proeflijst van gisteren en mijn aantekeningen daarbij verwijs ik naar de proeverijenpagina van Singelwhisky.
Tussen al het gesnuif en genip door wisten Menno en Cees-Jan van Whiskybase heel veel te vertellen over de betrokken whisky's, hun distilleerders en bottelaars, over het wereldje van onafhankelijke bottelaars, het distilleren en lageren van whisky in het algemeen, over Van Wees en het in de Rotterdamse haven gezonken schip met whisky (of is er nou 2x een lading whisky in die haven terechtgekomen?), het verschil tussen vaten van oud en van nieuw hout, dat de OB's zo'n beetje allemaal hun standaardalcoholpercentage aan het verhogen zijn, en waarom je whisky van 40% eigenlijk niet moet verdunnen, ook niet met een paar druppels. Want dan is het geen whisky meer...(als u de regels kent begrijpt u waarom). Prima proeverij, wat mij betreft. En ja, dan volgt de afrekening. En dat is voor de handigheid in de whiskywinkel zelf...Ik ben dus naar huis gegaan met in mijn fietstas een fles Cragganmore van Edition Spirits waar ik eigenlijk al een beetje mijn zinnen op had gezet bij mijn laatste bezoek aan de whiskywinkel.
de fles die gisteren in m'n fietstas zat

zaterdag 25 februari 2012

Kunnen namen smaken?

Elke whiskydistilleerderij, groot of klein, heeft natuurlijk een naam. Ook in Schotland. Dat is vaak de naam van de (oorspronkelijke) eigenaar (Macallen, Duff), of de naam van de stad of het stadje waar de distilleerderij is gevestigd (Oban, Port Charlotte). Vaak ook zijn de distilleerderijen genoemd naar boerderijen waar ze bij gevestigd waren of in begonnen zijn. En vaak hadden die boerderijen namen die aan de omgeving waren ontleend.
Sommige single malts hebben een Engelse naam, bijvoorbeeld Highland Park (genoemd naar beboste heuvels in de buurt van de distilleerderij op Mainland, Orkney). Of Isle of Jura (wat wel voor zichzelf spreekt). Maar flink wat single malts hebben een Gaelic, Keltische of Oud Schotse naam (soms een combinatie daarvan), zelfs malts die niet uit West Schotland komen, het deel waar nog wel Gaelic wordt gesproken. Deze namen komen ons heel exotisch en authentiek voor, waarschijnlijk ook omdat ze ons totaal niets zeggen. Maar veel van die namen hebben een nog steeds te achterhalen betekenis. En als je die betekenissen kent, zie je een wereld voor je van koele heuvels, rivieren en beken met het helderste water, zilte baaien met lege stranden, velden met her en der een boerderij, bergen en valleien met kleine nederzettingen, kleine stadjes soms; rotsachtig en van een ruige schoonheid ook; een land van ruimte en tijdloosheid. En als je aandachtig je dram tot je neemt, dan proef je dat alles ook echt tussen al die andere smaken door....

Op de website Singelwhisky vind je een lijst met van die fraaie Schotse whiskynamen en hun betekenis.
Kliffen op Rousay, Orkney

vrijdag 24 februari 2012

Herinneringen aan Bangalore?

Vandaag toch maar eens de stoute schoenen aangetrokken en een Amrut Cask Strength (bijna 62%) aangeschaft. Prijswinnertje, dus slecht zal die niet zijn; bovendien was 'mijn' adviseur van whiskybase.com-shop oprecht lovend over deze dram. En voor € 45, dus voor de prijs hoef ik het ook niet te laten.
Het heeft, ondanks de goeie verhalen over Amrut, dus best een tijdje geduurd voor ik me aan de aanschaf van een flesje waagde. En dat komt mede omdat dit niet mijn eerste Indiase whisky is. Jawel, Amrut is puur Indiaas.
In de jaren negentig ben ik 4x in India geweest. En diverse malen heb ik er een flesje inheemse whisky gekocht. Ik kan me nog het merk Bagpiper herinneren en iets als Brigadier of zo. Niet vies hoor, maar 10x meer rum dan whisky. Behalve het etiket met een meneer in een kilt, hadden deze 'whisky's' niets met Schotland te maken.
Een paar jaar geleden stuitte ik dan ook met een zekere lacherigheid in Nederland op het merk Amrut, Indiase whisky. Het heeft toch het diverse malen nalezen van de aanbevelingen van Jim Murray (wie is Jim Murray nou eigenlijk helemaal) en andere tasting notes moeten duren voor ik zover was. Wat me misschien mede over de streep trok is het feit dat Amrut gevestigd is in Bangalore. En ik heb goede herinneringen aan die stad (een miljoenenstad overigens, maar dat is heel normaal in India). Ik voel me nog als het ware 'opgaan' in de mensheid terwijl ik tussen en in de mensenmassa's in de stationswijk loop. Een gevoel van (sorry voor dit gezemel) gelukzalige onthechting. Of zo. En nou verwacht ik van mijn Amrut natuurlijk niet hetzelfde. Maar ik hoop stiekem van wel...Ik laat 't nog weten.

dinsdag 21 februari 2012

M'n eerste Islay

Ik had altijd al wel genoegen aan whisky beleefd, maar dan toch meestal eenvoudige blendeds, tot ik op m'n vijftigste verjaardag een fles The Ileach kreeg. Ik was gelijk verkocht door de rokerigheid, de turf en de ziltheid van deze whisky. Ik kwam er al snel achter dat het hier om een islay-whisky ging. En dat dat een speciaal, rokerig whiskytype is. En dat je daarnaast highland en speyside en nog zo wat soorten hebt. Dat er blended whisky is en single malts, dat er single cask-whisky bestaat, en iets als cask strength. Kortom, The Ileagh was de aanzet tot mijn tocht door de whiskywereld waar ik nu nog steeds met veel plezier mee bezig ben. Met toch wel de islays als mijn favorieten (hoewel er ook erg veel lekkers uit andere gebieden komt).
Inmiddels weet ik dat deze islay een IB (independent bottling) is uit de Lagavullin Distillery. De bottelaar is The Highland & Islands. En ik kom dit merk al jaren niet meer tegen. Ik zou 'm graag nog eens proeven...